Zes lessen over online trainen

Gepubliceerd op: 23/06/2020
Hermen traint

In de afgelopen maanden verbouwde ik een aantal van mijn trainingen tot online varianten. In korte tijd doorliep ik herhaaldelijk het traject van ontwikkelen, geven en verbeteren van online trainingen. Daar leerde ik veel van. Hier de belangrijkste lessen.

1 Neem het medium als uitgangspunt

Als je een al bestaande training aanpast aan online onderwijs, ben je geneigd te denken vanuit hoe je het altijd al doet. Je hebt de training al talloze keren gegeven en kent ‘m als je broekzak. Toch loont het om terug naar de tekentafel te gaan, de training te slopen en weer op te bouwen. Alleen dan volledig aangepast aan het medium dat je gaat gebruiken.

Vanuit het deelnemersperspectief voelt een online training als televisie, Netflix of YouTube. Je zit alleen thuis achter je laptop en kijkt en luistert. Is dit een presentatie (eenrichtingsverkeer) dan komt de ervaring niet in de buurt van het consumeren van professionele media. Bovendien is de informatieoverdracht via audiovisuele media sowieso al laag (wat heb je onthouden van het achtuurjournaal van gisteren?). Na twintig minuten ben je als kijker gesloopt.

Het aspect waarmee je het als trainer wel van filmmakers wint is interactie. Contact met anderen en nieuwe mensen leren kennen is in deze tijd van isolatie een belangrijk aspect van een online training. In mijn trainingen zet ik de online groepssessie primair in voor motivatieoverdracht en voor lessen die je het best leert door er samen mee bezig te zijn. Al het andere sloop ik eruit.

WSU studenten over hun ervaringen met Zoom

2 Houd het kort

Online trainen is vermoeiend voor zowel de trainer als de deelnemer. In een offline training krijg je energie van je deelnemers. Er ontstaat een lading die je met gemak door een vier uur durende training draagt. Ik kom vaak met meer energie uit een training dan waarmee ik erin stapte. Omdat bijna alle non-verbale communicatie wegvalt, ontbreekt die lading online. Je kunt dit enigszins compenseren door je met extra passie en energie in de training te storten. Ik heb bijvoorbeeld een statafel gekocht zodat mijn presentaties dynamischer worden en ik meer lichaamstaal kan inzetten.

Deelnemers aan een online training inspireren lukt, maar kost heel veel energie. Na twee uur ben ik bekaf. Daarom is het belangrijk om het kort te houden. Ik heb mijn trainingen van een dagdeel opgebroken in twee sessies van twee uur. En ook in die sessies stop ik een paar opdrachten waarin deelnemers tien minuten individueel kunnen werken. De camera’s en de microfoons mogen uit. Deelnemers (en ikzelf) kunnen een kopje koffie halen of een sanitaire stop inlassen.

3 Wissel af

Een andere manier om een langere online bijeenkomst dragelijk te houden is afwisseling. Vooral presentaties (voor spreker en kijker) vermoeien. Afwisseling van werkvormen helpt daartegen. Ik deel mijn trainingen op in blokken van ongeveer twintig minuten met ieder een duidelijk leerdoel. Daarin gebruik ik de volgende werkvormen.

  • Groepsgesprek. Ik begin veel blokken met een open vraag (bijvoorbeeld: wat zou je kunnen doen om in de media te komen?). Hoe ik deelnemers hierop laat antwoorden hangt af van de groepsgrootte. Bij een kleiner aantal deelnemers gaat dit via het audiokanaal. Mensen kunnen gewoon antwoorden roepen. Is de groep groter, dan zet ik hier de chat voor in of ik gebruik een poll (bijvoorbeeld in menti). Antwoorden die mij opvallen laat ik toelichten door degene die ze heeft gegeven.
  • Presentatie. Het groepsgesprek geeft input voor de presentatie van een stukje theorie. Hier gebruik ik gewoon ouderwets PowerPoint voor. Soms laat ik een filmpje zien om een bepaald punt te maken. Dit introduceert wel een technisch risico omdat het veel bandbreedte vraagt (tip: deel de link en laat mensen het filmpje zelf kijken). Bovendien breken filmpjes de interactie met je deelnemers op. Het haalt iets van de ‘liveness’ weg. Nog belangrijker dan in een offline presentatie is het gebruik van humor, spanning, retorische vragen, aansprekend beeld, cases, etc. Het is bijna televisie maken.
  • Oefeningen. De theorie laat ik vaak toepassen in individuele opdrachten waarbij webcam en microfoon uitgaan. Deelnemers werken bijvoorbeeld aan een micropersbericht. Een andere vorm is hier de breakout room waarin mensen in tweetallen werken. Dit doe ik vooral als de ander kan helpen om tot inzicht te komen. Bijvoorbeeld: kom erachter wat de ander het meest boeit in jouw onderzoek. Ontdekken hoe de ander naar jouw onderzoek kijkt is een belangrijke communicatieles die je niet in je eentje kunt ervaren.
  • Terugkoppeling. Meestal volg ik individuele opdrachten op met een terugkoppeling naar de groep. Bijvoorbeeld: plak je micropersbericht in de chat. Of: presenteer je eerste zin. Dan fungeert de groep als klankbord en kan de individuele deelnemer profiteren van de wisdom of the crowd. Is de groep te groot, dan doe ik dit in breakout rooms.
  • Nazit. Ik zorg dat ik na de training een half uur de tijd heb voor een nazit. Dit geeft deelnemers de gelegenheid om vragen te stellen die zijn blijven liggen.

4 Heb een plan B

Murphy’s law gaat zeker op voor online trainingen. Deelnemers komen de ruimte niet in, verbindingen vallen weg, filmpjes doen het niet of je eigen wifi staakt. Gelukkig is de vergevingsgezindheid groot. Toen mijn Kaltura classroom er tijdens een training definitief mee ophield, maakte ik ter plekke in Skype een meeting aan. Ik mailde de link naar mijn deelnemers en zij verschenen allemaal in die ruimte (ze kwamen zelfs tot twee keer toe terug nadat Skype mijn laptop liet crashen). De breakout rooms vielen in het water, maar de training kon doorgaan.

Een deel van dit soort problemen kun je voorkomen door de techniek op orde te hebben. Investeer in een snelle internetverbinding en een goede laptop. Gebruik een simpel programma dat iedereen meteen begrijpt (bijvoorbeeld Zoom of Kaltura). Houd er tegelijk rekening mee dat het alsnog mis kan gaan. Heb een plan B. Zet een link klaar naar een ruimte op een ander platform. En nog belangrijker: wees flexibel. Laat het idee dat je een strak programma kunt afdraaien los. Denk in doelen. Lukt je breakout room niet? Gebruik dan de chat, of skip een opdracht.

5 Doe het samen

Als je een training samen geeft, dan verlicht dat de druk van het geboeid houden van je publiek en tegelijk de techniek op orde houden. In een aantal trainingen werk ik met medetrainers die me qua expertise aanvullen. We verdelen de training in blokken waarin afwisselend de een optreedt als trainer en de ander als sidekick. De sidekick houdt de chat in de gaten, start de breakout rooms of de poll en vult inhoudelijk aan. Dit zorgt ervoor dat je als trainer meer kunt focussen op de interactie met je deelnemers. Bovendien kun je samen grotere groepen bedienen.

Idealiter bedien je heel grote groepen met zijn drieën. Het gaat dan op radio lijken met een presentator, een regisseur en een technicus. De presentator richt zich op presenteren, instrueren en beantwoorden van vragen. De regisseur houdt de tijd in de gaten, vult aan en speelt vragen uit de chat door. De technicus host de meeting en zorgt bijvoorbeeld voor het schakelen tussen PowerPoint en Menti en het indelen en aanmaken van breakout rooms. Als het even kan bevindt je je als team samen in een ruimte. Dat stelt je in staat om buiten de webcam en microfoon om snel dingen te regelen.

6 Denk verder dan de groepssessie

Niet alles hoeft online of samen. Pas ook andere vormen toe dan de online groepssessie. Laat dingen waar je in je eentje aan werkt en die veel tijd kosten individueel en in de eigen tijd doen (asynchroon). En waar per individu verschillende uitdagingen liggen, werkt een een-op-een sessie beter.

Deze afwisseling heeft bijvoorbeeld mijn training Blogging about your research. Ik begin met een groepssessie die draait om kennismaking, het delen van motivatie het leren kennen van het perspectief van de lezer. Dan volgt een aantal individuele opdrachten. Hiervoor heb ik de site academicblogging.nl in het leven geroepen. Met een wachtwoord kunnen deelnemers bij instructiemateriaal waarmee ze hun eerste post schrijven. Die publiceren ze op de site en zo maken ze meteen kennis met WordPress. Tussendoor krijgen ze feedback van mij en geven ze elkaar feedback. Ik sluit af met een groepssessie waarin het verkopen van je blog centraal staat (en opnieuw de blik van de lezer onmisbaar is).

Natuurlijk hoop ik dat ik snel weer gewoon offline kan trainen. Maar de trainingen die ik dan geef zullen anders zijn. De afwisseling tussen groepssessies, individuele opdrachten met online instructiemateriaal een-op-een begeleiding (blended learning) bevalt mij veel te goed.

Hoofdfoto: Melvin Tas van Frisse Focus

Hermen Visser

Hermen Visser

Hermen Visser (1985) studeerde biologie in Leiden. Sinds zijn studie werkt hij als wetenschapsjournalist en trainer. Hij traint wetenschappers die zijn uitgenodigd voor een interview bij NWO (Veni, Vidi, Vici, Zwaartekracht) of ERC (Starting, Consolidator, Advanced) beurzen. Zijn focus ligt hierbij op het perfectioneren van de verhaallijn en slides. Daarnaast ontwikkelt en geeft hij trainingen gericht op o.m. presenteren, media en bloggen.